16 december 2017
|
Door:
fileenen
Aantal keer bekeken
326
Aantal reacties
Parijs,
Frankrijk
a
A
Over spelende vrouwen en een houten toetje
Lieve allemaal,
“Gelukkig zijn de gordijnen dicht”, zegt Aurore. Ze legt een handdoek over haar hoofd en ademt de stoom in van haar tijm-en-heet-water-combinatie. Ondanks het relatief zachte weer zijn de mensen in Zuid-Frankrijk ook verkouden. Wat Aurore betreft is dat wel een beetje haar eigen schuld, durf ik te zeggen, want blote benen in december zijn natuurlijk niet het beste idee. “Wat hebben we geleerd, spelende vrouw?”, zegt mijn vader dan altijd, maar dat laat zich niet zo lekker vertalen in het Frans.
Toen de spelende vrouw was uitgestoomd, speelden we na heel lang weer eens Codenames – “ons spel” – omdat je zelfs in tentamenperiodes af en toe terug in de ontkenningsfase mag kruipen. We deden wel héél zachtjes, want ook de onderbuurman kwam onlangs melden dat hij ons toch wel erg vaak hoorde (moet hij zeggen, met z’n baby). Toen ik gisteravond de laatste spullen in mijn koffer propte, hoorde ik Oscar boven me ook weer losgaan. Ondanks dat ik zo langzamerhand erg moe word van dat gezeur, bedenk ik steeds : eind januari ben ik hier weg. Drie weken Nederland. Drie weken Frankrijk. En dan ga ik nieuwe horizonten verkennen op mijn stage in België. Ja, ja, ik durf het nu aan iedereen te vertellen!
Waar mijn studiegenootjes vertrekken naar Canada, Nieuw-Zeeland, Zuid-Korea en andere verre oorden, ben ik straks drieënhalve maand te vinden in Maasmechelen. Dat klinkt als een heftige anticlimax, maar ik ben dolblij! Ik heb een stage gevonden op een nieuwe plek en toch in de buurt bij mijn familie! Of nou ja, meer in de buurt dan Montpellier, zullen we maar zeggen. Voor degenen die, net als ik in het begin, niet weten waar deze wonderlijke plek precies ligt : Maasmechelen ligt in Belgisch Limburg, aan de grens met Nederland, ter hoogte van Sittard. Een uurtje van de camping, twee à drie uur vanaf Gouda. Met de auto dan hè, want met de trein moet je eerst naar Maastricht en vervolgens het hele land door.
Toen ik dat tegen de directrice van mijn stageplek zei, maakte ze zich even zorgen. Maar eh, mevrouw, ik ga dus echt niet elke dag op en neer, hè. Ik moet op zoek naar een kamer, dus heb ik me ingeschreven op een website die “Easykot” heet. Een kot, hoe Vlaams wil je het hebben? Het is een website die anders werkt dan Kamernet, in die zin, dat ik na een dag al berichtjes kreeg van mensen die op zoek waren naar een nieuwe huisgenoot. Je leest het goed. “Hoi Floor, bij ons komt een kamer vrij…” In een week heb ik er drie gekregen, dus ik denk dat het wel moet lukken. Het gaat dan wel om een kamer in Genk, want in Maasmechelen zijn gek genoeg geen koten te vinden. Inderdaad, het meervoud van “kot” is “koten” – in mijn hoofd was het altijd “kotten”, maar goed, ik ben dan ook een echte Hollandert.
Dat ik niet Frans ben merkte ik weer tijdens een soirée afgelopen donderdag, toen mijn studiegenootjes alles gaven bij de Disneykaraoke. De hele bank in koor, in het Frans. Ik deed mee hoor, maar moest toch zeer geconcentreerd de tekst meelezen. Zeker als je het intro hoort…. tabadaba BAM, “WIJ verslaan de Hunnen” – oh nee. Dus niet. Concentratie was ook soms ook lastig doordat Max naast mij het hele nummer stond te performen – inclusief dansjes – jullie hadden erbij moeten zijn.
Mijn vriendinnetje Marion heeft gek genoeg een hekel aan Disney. Dat zal ongetwijfeld een jeugdtrauma zijn waar ik het fijne niet van weet. Daarom stelden we voor om een Kerstkaraoke te doen.
- Lorédana : “Petit papa Noël enzo?”
- Ik : “Of gewoon liedjes in het Engels.”
- Lorédana : “Ik ken geen Kerstliedjes in het Engels.”
Echt. En ze is niet de enige hoor. Yann en Aurore keken mij vorig jaar ook met grote ogen aan toen ik het levensverhaal van Rudolph ten gehore bracht, of Walking in a Winter Wonderland, Santa Claus is coming to town… Nee joh, die komen altijd aanzetten met Petit Papa Noël, een Frans kerstliedje op het tempo van Stille Nacht, zo niet trager. Niet helemaal wat ik in gedachten had.
Ze hebben hier meer andere tradities met Kerst, bijvoorbeeld een cake in de vorm van een houtblok : de “bûche”. Dit baksel kwam ter sprake bij een lunch met Marion en Floriane.
Floriane : “Ohh en dan hebben we ook altijd een bûche…”
Ik : “Zo’n cake?”
Marion : “Nee, met Kerst eten we hout.”
Dat hout zag er toch wel heel lekker uit, dus vroeg ik thuis aan Aurore of zij er ook weleens had gemaakt. Alleen was ik het woord een beetje vergeten. Allofoon momentje, kom er maar in.
Ik : “Heb jij weleens een “bûcher” gemaakt?”
Aurore : “Wat bedoel je precies met een “bûcher”?”
Ik : “Nou, het toetje met Kerst.”
Aurore : “Oh, een bûche!”
Ik : “Ja! Maar wacht, een bûcher bestaat wel. Wat is dat ook alweer?”
Aurore : “Nou van Jeanne d’Arc. Verbrand op de bûcher, weet je wel.”
Schattig ook hoe Aurore zo heel serieus ingaat op de vraag of ze weleens een brandstapel heeft gemaakt. “Ik dacht, misschien bedoel je gewoon een heel groot vuur!”, zei ze later. Nou euh, nee. Weer wat geleerd. In dezelfde categorie hoorde ik laatst een niet-native zeggen : “Ik weet niet zeker of mijn vriendin meedoet, want ze heeft ‘mal à la Terre’.” Hoewel ik meteen doorhad dat ze ‘mal à la tête’ bedoelde – hoofdpijn – kon ik een kleine giechel niet onderdrukken. Als er iets in deze eeuw een legitiem excuus is om ergens niet aan mee te doen, is het wel dat je pijn hebt aan de Aarde. Hebben jullie daar nooit last van?
Op het moment heb ik vooral pijn aan mijn popotin (het liefste woord voor achterste dat er bestaat), aangezien ik al drie uur in de TGV zit. Bijna in Parijs! Bijna thuis!
Tot heel snel!
Veel liefs,
Floor